Tien vragen over de veranderingen in de RI&E vanaf 1 juli 2022

Eisen waaraan een RI&E moet voldoen

De criteria waaraan een RI&E moet voldoen, wijzigen met ingang van 1 juli 2022. Uit verschillende onderzoeken bleek dat de kwaliteit van de RI&E’s onder de maat was. In Nederland is de borging van de kwaliteit van de RI&E’s geregeld via het toetsen. Met de bestaande toetscriteria kon echter onvoldoende inhoud worden gegeven aan die kwaliteitsborging. Daarom zijn de toetscriteria voor de RI&E’s aangescherpt en daarmee dus ook de criteria waaraan een RI&E moet voldoen.

  1. Waarom moeten voortaan de grondoorzaken worden benoemd in de RI&E?

Hiermee wordt bereikt dat de RI&E-rapportage niet een symptomenlijst wordt, maar echt tot de kern van de problematiek doordringt en de achterliggende oorzaken van de aanwezige risico’s benoemt. In het plan van aanpak moeten vervolgens verbetervoorstellen geformuleerd worden om die grondoorzaken aan te pakken. Met alleen de symptoomaanpak bleef het immers dweilen met de kraan open. Nu is gekozen voor een veel gedegener werkwijze gericht op structurele verbeteringen.

  1. Zijn er nog andere substantiële wijzingen?

Ja, enkele voorbeelden:

Voorafgaande aan het uitvoeren van de RI&E moeten de inzichten van de bedrijfsarts en andere deskundigen die betrokken zijn bij het verzuim- en arbobeleid, geïnventariseerd worden. Deze inzichten moeten bij de RI&E meegenomen worden. 
Van de aanbevolen verbetermaatregelen om risico’s te reduceren moet de effectiviteit worden ingeschat. Ook moet worden beschreven hoe de maatregelen worden geïmplementeerd en of er ongewenste consequenties van de maatregelen zijn. Wanneer bij de maatregelen wordt afgeweken van de hiërarchie van de arbeidshygiënische strategie, dan moet dat beargumenteerd worden.

  1. Hoe kan de implementatie van de aanbevolen maatregelen bevorderd worden?

Benoem niet de preventiemedewerkers of andere SHEQ-deskundigen in het bedrijf als actiehouders van de verbetermaatregen in het plan van aanpak. Wijs de meeste acties toe aan de operationeel leidinggevenden. Daarmee wordt bereikt dat juist zij hun verantwoordelijkheid oppakken voor een optimale zorg voor veilige en gezonde werkomstandigheden en dat dat niet een ‘dingetje’ van de preventiemedewerker is.

  1. Moet de RI&E nu altijd door meer arbokerndeskundigen worden getoetst?

Nee. In veel gevallen kan de RI&E nog steeds door slechts één arbokerndeskundige (AKD) worden getoetst. Als er geen verdiepende onderzoeken gedaan zijn, kan elk van de gecertificeerde AKD’s (hoger veiligheidskundige, arbeidshygiënist en arbeids- en organisatiedeskundige) in zijn eentje over de volle breedte de RI&E toetsen. Iedere AKD moet dus een basisniveau kennis hebben van alle arbeidsbelastende factoren. Het certificatieschema levert geen verbod op om inhoudelijke beoordelingen van onderwerpen buiten zijn eigen deskundigheidsgebied te geven. De AKD moet dit dan wel goed kunnen onderbouwen met kennis over de stand der wetenschap, kennis over de branche enz. Handelt de gecertificeerde AKD daarbij te lichtvaardig, dan kan dit leiden tot het schorsen van zijn certificaat.

  1. Wanneer moeten wel 2 of 3 arbokerndeskundigen de RI&E toetsen?

Als in de RI&E op een of meer onderwerpen een verdiepend onderzoek is uitgevoerd (en dit in een verdiepende RI&E is toegevoegd aan de algemene RI&E), dan moet de betreffende AKD op dat vakgebied die verdiepende RI&E toetsen. Soms kan dat dezelfde AKD zijn als degene die de algemene RI&E heeft getoetst, omdat het onderwerp van die betreffende verdiepende RI&E op zijn eigen vakgebied ligt. Is dat niet het geval, dan moet een andere AKD erbij gehaald worden. Soms kan de inzet van de twee andere AKD’s nodig zijn als er meer onderwerpen uit de verschillende vakgebieden verdiepend zijn onderzocht. Overigens zijn er zelden verdiepende onderzoeken nodig. Als met de algemene RI&E al een goed beeld van de risico’s en de oorzaken is verkregen, dan is de diagnose compleet. Alléén als bij de uitvoering van de algemene RI&E blijkt dat er onvoldoende zicht is op knelpunten bij bepaalde onderwerpen (arbeidsbelastende factoren) of als niet duidelijk is welke grondoorzaken daarachter liggen, dán is een verdiepende RI&E nodig. Dus alleen maar verdiepen als verdiepen nodig is.

  1. Systeem- en scopetoets. Wat houdt dat in?

Afhankelijk van de RI&E kunnen twee toetsmethodes worden ingezet. Betreft het een algemene RI&E zonder verdiepende onderzoeken naar bepaalde arbeidsbelastende factoren, dan vindt alleen de zogenaamde systeemtoets plaats. Daarin wordt gekeken of in de RI&E aan alle verplichte wettelijke onderdelen aandacht is geschonken en of daarbij voldoende de risico’s over de volle breedte van alle arbeidsbelastende factoren op basisniveau beheerst zijn. Elke AKD kan dit doen. Zie hierbij wel de waarschuwing onderaan punt 4. Bevat de RI&E echter ook een of meer verdiepende RI&E’s, dan vindt op die verdiepende RI&E’s een zogenaamde scopetoets plaats. Stel dat er gewerkt wordt met een complexe machine met veel veiligheidsaspecten, dan moet op dit onderdeel een diepgaande toetsing worden uitgevoerd door de betreffende AKD. Bij machineveiligheid zal dat de hoger veiligheidskundige zijn, bij PSA-zaken de A&O’er en bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen de arbeidshygiënist. Het geheel van de systeemtoets en de scopetoetsen vormt dan het toetsrapport. Net zoals het geheel van de algemene RI&E en de verdiepende RI&E(s) de volledige RI&E vormen.

Dus:

A
lgemene RI&E <<  >> systeemtoets

Verdiepende RI&E’s <<  >> scopetoetsen

  1. Kan uit de systeemtoets blijken dat de RI&E onvolledig is?

Zeker. In algemene zin kan het voorkomen dat er een of meer onderwerpen gemist zijn. Dat betekent dat een aanvulling op die onderwerpen (in algemene zin) nodig is. Dat hoeft dan nog niet per se verdiepend te zijn, maar wel aanvullend. Maar er zou ook geconstateerd kunnen worden dat voor sommige arbeidsbelastende factoren de RI&E te oppervlakkig is en geen goed beeld geeft van de risico’s en hun oorzaken. In het rapport van de systeemtoets komt dan de aanbeveling om op die terreinen verdiepend onderzoek uit te voeren. Die verdiepende onderzoeken moeten vervolgens later via scopetoetsen ‒ aanvullend op de toets van de algemene RI&E ‒ apart getoetst worden. Het geheel van de systeemtoets en de scopetoetsen vormt dan de toetsing van de totale RI&E.

  1. Worden de eisen die aan certificaathouders (de AKD’s) gesteld worden, nu ook anders?

Ja. De AKD’s zullen voortaan hun kennis en vaardigheden (competenties) moeten aantonen aan de hand van systeem- en scopetoetsen van RI&E’s en hun adviezen over de plannen van aanpak. In het kader van dit artikel gaat het te ver om hierop in te gaan. Nadere informatie hierover is te vinden in Staatscourant nr. 7977 en 7980 van 16 maart 2022.

  1. Hoe zit het met de bedrijfsarts?

De bedrijfsarts is ook na 1 juli 2022 wettelijk nog steeds bevoegd om de RI&E te toetsen over de volle breedte en zelfs in zijn eentje ook over de verschillende diepgaande onderzoeken. Dat is merkwaardig in het kader van wat hierboven is beschreven. De komende tijd wordt daarom hierover een gesprek aangegaan tussen de beroepsvereniging van de bedrijfsartsen en SZW.

  1. Kunnen we nog steeds de branche-RI&E’s gebruiken?

Ja, dat kan. Maar als deze in de huidige vorm volgens de nieuwe toetscriteria worden getoetst, dan kan blijken dat zij daaraan niet voldoen. Dat betekent dat een bedrijf dat zo’n branche-RI&E heeft gebruikt, die RI&E zal moeten aanpassen. De verwachting is dat de komende jaren veel branche-RI&E’s herzien gaan worden om aan de verhoogde kwaliteitseisen te voldoen.

Tot slot

De nieuwe criteria beogen de RI&E op een hoger niveau te brengen. Met een betere diagnose en plan van aanpak waarbij juist ook naar de achterliggende oorzaken van de risico’s wordt gekeken en deze worden aangepakt, kunnen de arbeidsomstandigheden alleen maar gediend zijn.

De uitdaging wordt om dit op een zeer praktische en niet-bureaucratische wijze toe te gaan passen.

 

Wim van Alphen, hoger veiligheidskundige en arbeidshygiënist

 

Zelf uw RI&E maken?

Bekijk de demo en probeer gratis twee modules van de IMA.