Nieuwe module: Werken in een besloten ruimte

RI&E Besloten ruimte

Werken in een besloten ruimte is een hoog risico-activiteit. Helaas worden deze risico’s door werkvoorbereiders en uitvoerenden nogal eens onderschat. In de nieuwe IMA module 31, kunt u aan de hand van 19 vragen de risico’s in uw situatie in kaart brengen.

Besloten ruimten komen in vele bedrijfstakken voor, in industriële gebouwen maar ook in woningen.

Voorbeelden van  besloten ruimtes

  • tanks, waaronder brandstoftanks,
  • reactieketels en opslagtanks in bijvoorbeeld de (petro)chemische industrie
  • kruipruimten
  • leidingkelders
  • silo’s
  • kruipruimten onder gebouwen;
  • mestkelders en giertanks op agrarische bedrijven
  • rioleringsstelsels
  • gemalen
  • sleuven met pijpleidingen
  • werkputten (openbare werken)
  •  dubbele wanden en sommige andere ruimten op schepen, bijvoorbeeld
  •   boegschroefruimten
  • zijbeunen/dubbele bodems
  • ladingruimten open of afsluitbaar, voor containers/stukgoed/bulk
  • stuurmachineruimten
  • tankwagens voor vervoer van vloeistoffen, vaste stoffen en gassen
  • dubbele wanden en sommige andere ruimten op schepen, bijvoorbeeld voorpiekruimten of
  •   ballasttanks gegaste boxcontainers
  • tankwagens voor vervoer van vloeistoffen, vaste stoffen en gassen

Belangrijkste risico’s

De belangrijkste risico’s bij het betreden van een besloten ruimte zijn:

  • Verstikkingsrisico (door gebrek aan zuurstof)
  • Gezondheidsrisico’s door blootstelling aan gevaarlijke stoffen
  • Brand- en explosiegevaar (gas- of stofexplosies)
  • Biologische agentia
  • Bewegende delen
  • Uitglijden, struikelen over obstakels en getroffen worden door vallende voorwerpen
  • Gevaren van elektriciteit: elektrocutie
  • Volumevergroting inert gas
  • Warmteziekte door blootstelling aan hitte in een besloten ruimte
  • Lawaai
  • Fysieke belasting
  • Slechte toegankelijkheid
  • Werkdruk
  • Andere risico’s, zoals vallen (in diepte of van hoogte), stoten, knel- en pletgevaar, verdrinken

Bij het werken in besloten ruimten geldt in de meeste gevallen dat van de genoemde risico’s er verscheidene tegelijkertijd kunnen optreden.

Besloten ruimten zijn onder normale omstandigheden van de omgeving afgesloten, maar worden toch regelmatig betreden voor inspecties, reparaties, schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden.

Verstikkingsrisico

Een van de genoemde risico’s die in de module wordt uitgewerkt is het risico op verstikking.

Besloten ruimten bevatten vaak resten van vloeistoffen, gassen en dampen die - zelf of

in combinatie - giftig, brandbaar of explosief zijn, waardoor een gevaarlijke atmosfeer aanwezig kan zijn (of door werkzaamheden kan ontstaan), waarbij bovendien de zuurstofconcentratie verlaagd kan zijn. Hierdoor kan in deze ruimten of nabij openingen van die ruimten een levensbedreigende situatie zijn.

Verstikkingsrisico is onzichtbaar, geruisloos, geurloos en dodelijk. Verstikkingsrisico ontstaat wanneer er in een besloten ruimte niet voldoende zuurstof aanwezig is. Onder normale omstandigheden bestaat de omgevingslucht voor 21 volumeprocent (21 vol.%) uit zuurstof. Voor het veilig betreden van een besloten ruimte moet er minimaal 18 vol.% zuurstof aanwezig zijn. Een te hoog zuurstof gehalte is ook weer niet goed omdat er dan een verhoogde kans op het ontstaan van brand en explosies is.

Een zuurstoftekort kan ontstaan door:

  • chemische reacties zoals roesten, uitharden van kitten of verven;
  • biologische reacties zoals gisten, rottingsprocessen, het kiemen van granen en zaden, waardoor de zuurstof verbruikt is;
  • het gebruik van inerte gassen zoals stikstof ter voorkoming van bijvoorbeeld explosiegevaar; onvoldoende ventilatie
  • de ruimte is gevuld of gevuld geweest met andere gassen, waardoor de zuurstof verdreven is.

Verstikking treedt op bij een belemmering van de luchtwegen of bij verdringing van ademlucht (onder water of in een afgesloten ruimte). Verstikking veroorzaakt een groot zuurstoftekort en ophoping van koolzuurgassen in de bloedsomloop, wat zeer snel tot het uitvallen van vitale organen leidt: met name de hersenen. Dit heeft een zeer snelle dood tot gevolg, na langdurig zuurstofgebrek is vaak sprake van niet herstelbare hersenbeschadiging.

Door chemische reacties van bepaalde materialen kunnen verbindingen met de zuurstof uit de ruimte zijn ontstaan, waardoor het zuurstofgehalte in de ruimte is gedaald. Voorbeelden van (micro)biologische reacties zijn onder andere gistingsprocessen, rottingsprocessen (gierkelders) en het kiemen van granen, zaden, enz. Daarbij kan onder meer het giftige H­2S ontstaan, hetgeen op boerenerven helaas maar al te bekend is.

Beheersmaatregelen voor werken in besloten ruimten

In Nederland wordt over het algemeen op basis van de kenmerken van de afmeting van de ruimte vastgesteld beoordeeld of:

  • de zuurstofconcentratie ligt tussen 18 vol.% (hieronder is er sprake van verstikkingsgevaar) en 21 vol.% (hierboven geldt een toename van het explosiegevaar);
  • de concentratie van brandbare of explosieve gassen hoger is dan 10 procent van de onderste explosiegrens (LEL), oftewel het bepalen of er sprake is van explosiegevaar;
  • de concentratie van gassen, dampen of stof niet hoger is dan de publieke grenswaarde voorheen MAC (voor CO niet groter dan 10 ppm);

Wanneer aan een van deze criteria niet kan worden voldaan, mag de ruimte alleen betreden worden met gebruikmaking van onafhankelijke ademhalingsbeschermingsmiddelen. Daarbij is de luchttoevoer onafhankelijk van de atmosfeer in de ruimte.

  • de temperatuur in de besloten ruimte niet hoger is dan 40ºC;
  • toegankelijkheid van de ruimte (grootte mangat bij reddingsoperaties);
  • aanwezige bewegende delen;
  • gevaar van vallen, uitglijden en vallende voorwerpen, bij met name het werken op hoogte in de besloten ruimte (steigers en/of ladders);
  • welke werkzaamheden er uitgevoerd gaan worden.

 

Redactie

Zelf uw RI&E maken?

Bekijk de demo en probeer gratis twee modules van de IMA.