Multidisciplinair overleg: Essentieel bij het uitvoeren en toetsen van een RI&E

Multidisciplinair overleg essentieel voor de RI&E

In de praktijk wordt het multidisciplinair overleg (MDO) vaak gezien als een verplicht bureaucratisch nummertje, terwijl er zo veel mee te winnen valt. Een praktische aanpak levert zowel de klant als de arbodienst veel meer op.

Op basis van artikel 14 Arbowet moet een werkgever zich bij specifieke taken op het gebied van preventie en bescherming laten bijstaan door een of meer deskundigen. Dat zijn de BIG-geregistreerde bedrijfsarts en de gecertificeerde arbokerndeskundigen.

Tot die laatste groep behoren de hoger veiligheidskundige (HVK'er), de arbeidshygiënist (AH'er) en de arbeids- en organisatiedeskundige (A&O'er). Dit loopt via de maatwerkregeling of door een arbodienst via de vangnetregeling. Deze vier deskundigen moeten onderling afstemmend overleg hebben.

Arbodienst moet multidisciplinair overleg verzorgen

In de certificeringsrichtlijn voor arbodiensten staat dat de arbodienst dit overleg moet verzorgen: "De arbodienst zorgt ervoor dat de vier kerndeskundige disciplines minimaal éénmaal per jaar multidisciplinair overleg hebben. Dit overleg agendeert onderwerpen betreffende de verbetering van de klant- en cliëntgerichte dienstverlening, procesverbetering en multidisciplinaire samenwerking."

Het betreft het zogenoemde multidisciplinair (klant)overleg (MDO), ook vaak kerndiscipline-overleg genoemd.

Bij een maatwerkregeling moet de werkgever dit overleg zelf organiseren, samen met de ingehuurde kerndeskundigen.

Verplicht nummer zonder toegevoegde waarde

Vaak ziet men dit multidisciplinair overleg als een verplicht nummer zonder toegevoegde waarde. Om aan de minimumeis te voldoen is er liefst slechts één keer per jaar overleg. Daarvan wordt dan een kort verslagje opgesteld. Bij arbodiensten wordt bij de eerstvolgende audit overlegd, wanneer de auditor daarom vraagt. En dan is iedereen weer tevreden. Want het verplichte nummer is uitgevoerd en de auditor kan dit op zijn checklistje afstrepen. De bureaucratie is gediend.

Maar dat is het doel van dat multidisciplinair overleg natuurlijk niet. Het is bovendien een gemiste kans, zowel voor de klanten van de arbodienst als voor de arbodienst zelf.

Bijstand op het gebied van preventie en bescherming

Bij de verplichte ondersteuning op arbogebied gaat het om de volgende vijf kerntaken:

  • het toetsen van de RI&E (inclusief plan van aanpak) en het adviseren daarover (Arbowet art. 14, lid 1, onder a);
  • ziekteverzuimbegeleiding (Arbowet art. 14, lid 1, onder b);
  • arbeidsgezondheidskundig onderzoek (AGO) (Arbowet art. 14, lid 1, onder c, sub 1);
  • aanstellingskeuring (Arbowet art. 14, lid 1, onder c, sub 2), als de werkgever die laat verrichten;
  • toegang tot de bedrijfsarts (arbospreekuur) voor gezondheidskundige vraagstukken (Arbowet art. 14, lid 1, onder c, sub 3 en lid 2, onder e).

Is er een contract met de arbodienst afgesloten, dan kan het om meer taken gaan, zoals:

  • second opinion (Arbowet art. 14, lid 2, onder g);
  • klachtenprocedure (Arbowet art. 14, lid 2, onder h);
  • samenwerking bedrijfsarts en andere arbodeskundigen met OR of PVT en met preventiemedewerker (Arbowet art. 14, lid 2, onder i);
  • advisering over preventieve maatregelen (Arbowet art. 14, lid 2, onder j);
  • melding van beroepsziekten door bedrijfsarts/arbodienst (Arbowet art. 9, lid 3).

Enkele taken zitten meer aan de voorzijde, oftewel de preventieve kant. Zoals het toetsen van de RI&E, het arbospreekuur, samenwerking met de OR en advisering over preventieve maatregelen. Een aantal andere taken zit meer aan de achterzijde, de curatieve kant. Zoals de genoemde taken met betrekking tot het ziekteverzuim.

Combinatie van preventieve en curatieve taken

Al deze taken kunnen worden gezien als volkomen los van elkaar staand. Maar dat zijn ze natuurlijk niet. Juist de combinatie van preventieve en curatieve taken moet de werkomstandigheden binnen bedrijven optimaliseren. Om zo de kans op uitval door ziekte en ongevallen te verkleinen. Dan moeten de deskundigen die preventief dan wel curatief met de werkomstandigheden bezig zijn daarover wel goed afstemmen.

Iedere arbokerndeskundige heeft eigen domein

De vier arbokerndeskundigen, HVK'er, AH'er, A&O'er en BA (en de verzuimcoaches), hebben alle vier een eigen domein als het gaat om arbeidsbelastende factoren.

Veiligheidskundige

De veiligheidskundige richt zich op arbeidsbelastende factoren die een direct gezondheidseffect of materiële schade kunnen veroorzaken. Dat wil zeggen: het effect volgt in relatief korte tijd op de blootstelling. Denk bijvoorbeeld aan machineveiligheid, brand- en explosieveiligheid, werken op hoogte en werken met elektriciteit.

Arbeidshygiënist

De arbeidshygiënist richt zich op arbeidsbelastende factoren die pas op een langere termijn een gezondheidseffect veroorzaken. Het gaat daarbij dus om een uitgesteld gezondheidseffect: de effecten zijn veelal niet direct waarneembaar. De hoofddomeinen van de arbeidshygiënist zijn chemische factoren, biologische factoren, fysieke belasting en fysische factoren.

Arbeids- en organisatiedeskundige

De A&O'er kijkt naar belastende factoren in het werk die van invloed kunnen zijn op de psychische belasting en het welbevinden van werknemers. Belangrijke aandachtsgebieden hierin zijn werkdruk en ongewenst gedrag.

Bedrijfsarts

De bedrijfsarts heeft een taak in het terugdringen van het ziekteverzuim. Daarnaast heeft deze arts ook taken op het gebied van preventie, spreekuren, medische keuringen, arbeidsgezondheidskundig onderzoek en meer.

Domeinen overlappen op veel onderwerpen

Op veel onderwerpen overlappen de verschillende domeinen van de arbokerndeskundigen elkaar. Hier volgen enkele voorbeelden van zulke gemeenschappelijke aandachtsgebieden.

Gevaarlijke stoffen zijn het aandachtsgebied van zowel de HVK'er als de AH'er en de bedrijfsarts. Het gaat hierbij om uitgestelde gezondheidseffecten en vervolgens uitval door ziekte. Maar ook om directe effecten zoals brand en explosies.

Werkdruk en fysieke belasting: vanwege de werkdruk te veel zware lasten ineens tillen of niet de tijd nemen tilhulpen in te zetten. Dit is een gemeenschappelijk aandachtsgebied van AH'er, A&O'er en bedrijfsarts.

Werkdruk en veiligheid in het algemeen speelt als medewerkers in de haast en uit gedrevenheid toch maar even iets niet volgens de veiligheidsregels doen omdat het veel sneller gaat. Zij nemen daarbij de extra risico’s op de koop toe, met een ongeval tot gevolg. Of een te hoge blootstelling aan bijvoorbeeld geluid, trillingen, gevaarlijke stoffen of biologische agentia. Dit is een gemeenschappelijk aandachtsgebied van HVK'er, AH'er en A&O'er.

Ongewenst gedrag, bijvoorbeeld agressie of intimidatie: hierdoor kunnen mensen minder goed geconcentreerd werken, maken zij meer fouten en ontstaat een grotere kans op onveilige handelingen. Dit is een gemeenschappelijk aandachtsgebied van HVK'er, AH'er, A&O'er en bedrijfsarts.

Mogelijke combinaties van arbeidsbelastende factoren

In veel beroepen is sprake van blootstelling aan meer belastende factoren tegelijk. Zo wordt iemand die met motorisch aangedreven gereedschap werkt blootgesteld aan geluid, hand-arm-trillingen, uitlaatgassen, stof en fysieke belasting. Zie de tabel voor een aantal voorbeelden van mogelijke combinaties van arbeidsbelastende factoren.

Afbeelding met tekst, nummer, Parallel, Lettertype</p>
<p>Automatisch gegenereerde beschrijving

 

Een korte toelichting op enkele combinaties:

  • Sommige gevaarlijke stoffen, de zogeheten ototoxische stoffen, werken in op het gehoor. Voorbeelden hiervan zijn tolueen en styreen.
  • Bij grote fysieke belasting versnelt de ademhaling. Daardoor vindt een grotere opname (via inhalatie) plaats van gevaarlijke dampen/gassen.
  • Te hoge werkdruk maakt vermoeider, waardoor de weerstand tegen micro-organismen afneemt.

Daarom is het zaak in de preventie en de behandeling van klachten/ziekte al deze factoren aan te pakken en niet slechts een deel ervan.

Het geheel is meer dan de som der delen

Tijdens het multidisciplinair overleg moeten de kerndeskundigen vanuit hun verschillende invalshoeken (vakgebieden) kijken naar de onderlinge samenhang van de arbeidsbelastende factoren in het bedrijf. Want het geheel is meer dan de som der delen. Samen kunnen zij dan bespreken hoe ze met een gezamenlijke aanpak de belasting kunnen verminderen en dus het bedrijf helpen.

Praktische invulling van het multidisciplinair overleg

Hoe valt de invulling van zo'n multidisciplinair overleg praktisch aan te pakken? Bijvoorbeeld door het overleg te laten bestaan uit twee onderdelen:

  • Deel 1: Elkaar informeren over nieuwe ontwikkelingen, wijzigingen in wet- en regelgeving, bijhouden van het kwaliteitssysteem, voorbereiden van de audit, enzovoorts.
  • Deel 2: Bespreken hoe een gezamenlijke inzet van de arbokerndeskundigen het bedrijf van een aangesloten klant kan helpen. Dit gebeurt aan de hand van stukken, bijvoorbeeld de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Of aan de hand van een overzicht van het arbeidsgerelateerde ziekteverzuim over de afgelopen jaren. Denk ook aan de resultaten van een enquête op het gebied van arbeidsomstandigheden of een medewerkerstevredenheidsonderzoek.

Win-winsituatie voor klant én arbodienst

De deelnemers moeten de relevante stukken vervolgens enkele dagen voor het multidisciplinair overleg ontvangen en bestuderen. Tijdens het overleg kunnen zij dan kijken naar de samenhang vanuit hun verschillende aandachtsgebieden. Zij kunnen dwarsverbanden leggen en een plan opstellen om de klant te helpen.

Op deze manier is het multidisciplinair overleg geen verplicht bureaucratisch nummertje meer. Het is een waardevol middel om de bij de arbodienst aangesloten klanten echt verder te helpen. Bovendien is dit voor de betreffende arbodienst ook commercieel interessant. Die kan immers daarna een beter en uitgebreider dienstenpakket aan de klant aanbieden. Een win-winsituatie!

Spanningsveld?

Mogelijk zien zeer commercieel ingestelde arbodiensten een spanningsveld in de combinatie van preventie en curatie. Dit vanuit de opvatting dat effectiever adviseren over preventie de risico's verkleint. Waardoor er daarna mogelijk minder ondersteuning bij de ziekteverzuimbegeleiding nodig is. En die ziekteverzuimbegeleiding is de boei waarop menig arbodienst commercieel drijft.

Maar helpt een betere integrale dienstverlening, ook op preventiegebied, de klant werkelijk vooruit? Dan hoeft de arbodienst geen omzetdaling te vrezen. Want die bredere aanpak is voor zowel arbodienst als klant veel aantrekkelijker. En niet te vergeten voor de werknemers, om wie het toch uiteindelijk allemaal draait.

Wim van Alphen
Veiligheidskundige, arbeidshygiënist

Zelf uw RI&E maken?

Bekijk de demo en probeer gratis twee modules van de IMA.